Menu Sluiten

Hoogsenitief of hoogstimulatief?

Enig idee wat het verschil is? Beide personen zijn hooggevoelig, maar ze reageren heel verschillend op prikkels. In mijn leven hebben andere mensen mij op gezette tijden gewezen op mijn hoog gevoeligheid. En hoewel ik voelde dat dit klopte, kon ik er niets mee. Ik googelde op internet naar kenmerken van hoogsensitiviteit en herkende mezelf hierin gewoon niet. Jaren later stuitte ik op een artikel dat onderscheid maakte tussen hoogsensitieve (HSP) mensen en hoogstimulatieve (HSS) mensen. HSS staat voor high sensation seeker. Hierin herkende ik mijzelf wel degelijk en ook een van mijn dochters.
Sindsdien sprak ik af en toe leuke vrouwen, die ook moeder bleken te zijn van een HSS-kind zonder dat zij dat wisten. Ze zaten allemaal met tijd en wijle met hun handen in het haar over hun ó zo gevoelige, lieve, temperamentvolle, emotionele, explosieve en prachtige kind.

Zo’n twintig procent van de mensen is hoogsensitief. Driekwart daarvan is hoogsensitief (HSP) en één kwart daarvan is hoogstimulatief (HSS). Zo’n 5% van de mensen dus. Onderzoek wijst steeds vaker uit dat onder deze laatste groep ook de hoogbegaafde kinderen vallen.
Gerda van der Veen onderscheidt in haar boek “Het hoogstimulatieve kind” zes kenmerken die een HSS-kind deels anders maken dan het HSP-kind.

1. Gevoeligheid voor stimulansen
2. Erg ‘open’ staan
3. Intense emoties kennen
4. De ander krachtig willen ervaren
5. Behoefte hebben aan ruimte en vrijheid
6. Visueel ingesteld zijn.

Gevoeligheid voor stimulansen: Daar waar een HSP behoedzaam en afwachtend is en moeite heeft met prikkels, houden HSS juist wel van prikkels. Sterker nog ze hebben prikkels nodig om uitgedaagd te blijven. Zij zoeken prikkels op, ze zijn emotioneel intens, beweeglijk en vinden al snel iets saai en eentonig worden. Maar een teveel aan prikkels leidt tot emotionele uitbarstingen. Het kantelpunt hangt af van veel factoren en kan regelmatig als verrassing komen.

Erg ‘open’ staan: Zowel de HSP als de HSS staat erg open, voelen veel aan. Ze weten vaak precies hoe iedereen in hun omgeving zich voelt, papa, mama, juf, vriendjes/ vriendinnetjes, dat kind dat gepest wordt. Het verschil: de HSP is meer naar binnen gericht, afwachtender en de HSS is meer naar buiten gericht. Is het in de klas onrustig, dan worden beide moe, de HSS wordt ook druk en onrustig, hij stuitert lekker mee. De één implodeert als het ware en de ander explodeert.

Intense emoties kennen: Zowel de HSP als de HSS hebben een heel rijk gevoelsleven. Ze kunnen intens genieten, zijn gevoelig, betrokken, empathisch. De HSS is daarnaast temperamentvol, emotioneel en explosief van karakter. Doordat dit kind zijn eigen emoties intens en heftig ervaart kan het van slag raken en zich overprikkeld voelen. Dan wordt de HSS druk, laat clownesk gedrag zien, krijgt tics of wat ik noem, kortsluiting. Een staat waarin ze even volledig onbereikbaar zijn. Ook kan hij heel boos worden, zich tekort gedaan voelen en anderen de schuld geven. Dit gebeurt als hij zich overspoeld voelt door negatieve emoties (frustratie, angst, machteloosheid, schaamte) die hij niet wil voelen. Hij projecteert zijn emoties dan op een ander.

De ander krachtig willen ervaren: Zowel de HSP als de HSS gedijen goed bij liefdevolle, rustige en voorspelbare volwassenen. Voor een HSS is het daarnaast belangrijk dat de volwassene krachtig en doortastend optreedt. Omdat hij alle kanten op kan stuiteren, erg open staat en regelmatig heftige gevoelens heeft, heeft de HSS een stevige basis (volwassene) nodig om op terug te vallen. Oh, en om erachter te komen of jij zo’n volwassene bent, zal hij je (onbewust!) uittesten met ongewenst gedrag. Blijf je dan rustig en krachtig, dan kan de HSS je vertrouwen en tot rust komen in zichzelf.

Behoefte hebben aan ruimte en vrijheid: Alle kinderen floreren bij voldoende ruimte en vrijheid voor zelfontplooiing. Het HSS-kind heeft hier verhoudingsgewijs veel behoefte aan. Het wil beweging en afwisseling, zijn eigen ding doen op zijn eigen manier. De uitdaging zit erin de juiste balans te vinden tussen vrijheid geven en grenzen stellen. De HSS met zijn sterke karakter heeft behoefte aan duidelijke grenzen. Ervaart hij te weinig grenzen dan zal hij proberen zijn zin door te drammen of weigeren zich aan te passen. Je hebt dan je handen vol aan dit kind.

Visueel ingesteld zijn: Zowel HSP als HSS zijn beeldenkers. Ze denken in beelden en niet in woorden. Daardoor zijn ze vaak creatief, kunnen ze goed associëren en verbanden leggen en hebben ze een rijke fantasie. Ook zijn ze intuïtief. Beide kunnen hier op school tegenaan lopen omdat instructies meestal verbaal gegeven worden. De HSS heeft daarnaast weinig gevoel voor tijd, moeite met structureren en is snel afgeleid. Dat merk je bijvoorbeeld als dit kind meerdere instructies tegelijk krijgt. Grote kans dat als je het vraagt zijn gymkleren in de was te gooien en zijn bibliotheekboeken van zijn kamer mee terug naar beneden te nemen, dat één van beide niet gedaan is. Of hij speelt in zijn kamer en is het helemaal vergeten.

Uiteraard is geen mens hetzelfde en een druk-gevoelige kind ook niet. Elke HSS heeft zijn eigen mooie en unieke mix van bovenstaande kenmerken. Mocht je nog vragen hebben of meer informatie willen? Is bovenstaande herkenbaar en kan je wel wat ondersteuning gebruiken? Neem gerust contact op, ik denk graag met je mee.

Mirjam.